Insights
Wanneer is een stageovereenkomst een arbeidsovereenkomst?
Veel bedrijven maken gebruik van stagiairs en bieden zo de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen. Deze stagiairs worden in dienst genomen op basis van een stageovereenkomst. Omdat een stageovereenkomst doorgaans dezelfde elementen bevat als een arbeidsovereenkomst (arbeid, gezag en loon), bestaat het risico dat een stageovereenkomst (ook) wordt gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst, met alle gevolgen van dien. Hoe groot is dit risico? Recent oordeelde de rechtbank Den Haag in twee zaken hierover.
Kader
In 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3019) gaf de Hoge Raad in de zaak HR/Logidex aan dat stageovereenkomsten dikwijls kenmerken vertonen van een arbeidsovereenkomst. Dit omdat een stagiair veelal alleen de noodzakelijke ervaring op kan doen door arbeid te verrichten die vergelijkbaar is met de arbeid van een gewone werknemer. Daarom kan, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, volgens de Hoge Raad naast de stageovereenkomst sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Bij de beoordeling of (mede) sprake is van een arbeidsovereenkomst, stelde de Hoge Raad als criterium dat moet worden bekeken in hoeverre de werkzaamheden van de stagiair zijn gericht op het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring van de stagiair, mede met het oog op de voltooiing van de opleiding. Als het zwaartepunt van de werkzaamheden ligt bij het uitbreiden van die kennis en ervaring, is geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Hierbij weegt ook de bedoeling van partijen bij het aangaan van de overeenkomst mee.
Het hierboven weergegeven criterium, zien we terug in onderstaande recente uitspraken van de rechtbank Den Haag.
Rechtbank Den Haag, 5 april 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:3339
In deze zaak ging het om een stagiair bij stichting SPWO. De stagiair was werkzaam bij deze stichting op basis van een stageovereenkomst. In de stageovereenkomst was opgenomen dat geen sprake was van een arbeidsovereenkomst en dat het ging om een werkervaringsstage. Daarnaast was in een aparte overeenkomst tussen de stagiair, de stichting en de studieadviseur van de universiteit, opgenomen dat de stichting de stagiair in de gelegenheid stelde stage te lopen in het kader van zijn/haar studie.
De stagiair stelde dat een arbeidsovereenkomst had bestaan tussen partijen en vorderde loon (gebaseerd op het loon dat gebruikelijk was voor de arbeid die hij had verricht) vermeerderd met wettelijke rente. Subsidiair vorderde de stagiair het verschil tussen de stagevergoeding die hij had ontvangen en het wettelijk minimumloon.
De kantonrechter paste het criterium toe uit HR Logidex en overwoog dat de werkzaamheden die de stagiair verrichtte, onmiskenbaar in het kader van zijn opleiding aan de universiteit waren. Dit bleek o.a. uit de overeenkomst die partijen met elkaar waren aangegaan. De werkzaamheden waren volgens de kantonrechter vooral in het belang van de gevolgde opleiding. Kortom: de stageovereenkomst werd niet aangemerkt als arbeidsovereenkomst.
Rechtbank Den Haag, 14 april 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:4119
Tot een ander oordeel kwam de rechtbank Den Haag in de volgende zaak. Hier ging het om een stagiair die in het kader van een opleiding tot tandartsassistente bij een tandartspraktijk ging werken op basis van een stageovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze overeenkomst werd eenmaal mondeling verlengd. De tandartspraktijk gaf daarna aan dat deze overeenkomst van rechtswege zou eindigen en dat geen arbeidsovereenkomst zou worden aangegaan met de stagiair.
De stagiair vorderde o.a. vernietiging van de opzegging van de ‘arbeidsovereenkomst’, toelating tot de werkvloer, doorbetaling van het loon en betaling van achterstallig loon.
De kantonrechter sloot opnieuw aan bij het criterium zoals geformuleerd in HR Logidex. De kantonrechter beoordeelde of de werkzaamheden in overwegende mate waren verricht in het belang van de opleiding van de stagiair, of dat het zwaartepunt van de werkzaamheden lag bij het bijdragen aan de tandartspraktijk en haar doelstellingen. De kantonrechter overwoog dat de stagiair zelfstandig werkzaamheden verrichtte, zoals baliewerkzaamheden en schoonmaakwerkzaamheden, en uit communicatie tussen partijen bleek dat de tandartspraktijk in het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden rekende op de stagiair. Daarnaast verving de stagiair bij afwezigheid andere assistenten. De stagiair was niet enkel als leerling ingezet en van een structurele vorm van begeleiding door de tandartspraktijk, is geen sprake geweest. Daarom kon niet worden gezegd dat de werkzaamheden in overwegende mate zijn verricht in het belang van de opleiding. De kantonrechter kwam dus tot het oordeel dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen. Dit had als gevolg dat de tandartspraktijk achterstallig loon moest betalen, evenals een transitievergoeding en een vergoeding wegens het onregelmatig opzeggen van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast moest de tandartspraktijk de wettelijke premies voor onder andere WW, WIA en WAO afdragen van het begin tot het einde van het dienstverband.
Of een stageovereenkomst ook kan worden gezien als een arbeidsovereenkomst en dus bijvoorbeeld achteraf (meer) loon moet worden betaald en de strikte regels om een dergelijke overeenkomst te beëindigen gelden, hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. In bovenstaande uitspraken vinden we enkele omstandigheden die hierbij meewegen. Heeft u vragen over stageovereenkomsten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.