Insights

[UPDATE] Het einde van de steunmaatregelen en vaststelling NOW 1

Vanaf het moment dat het coronavirus zich in Nederland verspreidde, was het duidelijk dat dit de nodige impact zou hebben op de economie. Langzaam maar zeker werd duidelijk dat de door de overheid opgelegde maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van het coronavirus voor grote problemen zouden zorgen voor veel bedrijven. De overheid heeft daarom een steunpakket geïntroduceerd om bedrijven die een omzetdaling verwachtten als gevolg van het coronavirus te ondersteunen. Dit heeft geresulteerd in het ‘Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid’, oftewel de NOW. Inmiddels is de naam bijgesteld naar ‘Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid’.

De introductie van de NOW werd al snel opgevolgd door verdere steunmaatregelen van de overheid, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (‘TVL’), Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (‘TOZO’), Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (‘TONK’) en verschillende belastingmaatregelen.

Nu de vaccinatiegraad in Nederland steeds verder oploopt, worden de overheidsmaatregelen verder versoepeld. Langzaam maar zeker gaat Nederland weer open en kan de economie steeds meer op eigen benen staan. De overheid heeft daarom aangekondigd dat de steunmaatregelen per 1 oktober 2021 zullen stoppen. Een klein gedeelte van de maatregelen blijft echter nog doorlopen tot het einde van het jaar. Hieronder vindt u een overzicht van de maatregelen die per 1 oktober 2021 stoppen en de maatregelen die daarna nog doorlopen.

Stopt per 1 oktober 2021 Stopt per 1 januari 2022
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) Financieringsregelingen tijdens corona, zoals KKC, Qredits overbruggingskrediet, BMKB-C en GO-C
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Subsidieregeling evenementen
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (TOZO) Vaste reiskostenvergoeding mag nog onbelast worden vergoed
Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
Belastinguitstel

Vaststelling NOW 1

Met name van de NOW is door veel werkgevers gebruik gemaakt. Inmiddels is de NOW toe aan het zesde tijdvak van drie maanden. Het eerste tijdvak van de NOW, wat de maanden maart, april en mei 2020 besloeg, lijkt alweer lang geleden. Toch krijgt de NOW 1 voor veel werkgevers nog een staartje.

Vanaf 7 oktober 2020 kunnen werkgevers een verzoek indienen om vaststelling van de subsidie. Dit betreft dus de definitieve berekening van waar de werkgever onder de NOW 1 recht op had. In het kader van deze vaststelling beoordeelt het UWV onder meer wat de daadwerkelijke daling van de omzet is geweest en of de loonsom van de werkgever gelijk is gebleven. Ten aanzien van dit laatste blijkt dat veel werkgevers hiermee bij de vaststelling van de subsidie in de problemen kunnen komen.

De loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020 wordt namelijk vergeleken met de loonsom van de werkgever in de maand januari 2020. Het idee hierachter is dat daaruit blijkt of de werkgever de loonsom gelijk heeft gehouden, oftewel: heeft de werkgever werknemers ontslagen? Het doel van de NOW is immers om zoveel mogelijk mensen hun baan te laten behouden.

In de praktijk blijkt nu dat veel werkgevers in de maanden maart tot en met mei 2020 een lagere loonsom hadden dan in de maand januari 2020, zonder dat er werknemers zijn ontslagen. Het UWV verbindt hieraan de conclusie dat de subsidie op een lager bedrag wordt vastgesteld dan waarvan in eerste instantie is uitgegaan bij de verlening van het voorschot. In sommige gevallen resulteert dit in een lagere subsidie, in andere gevallen moeten werkgevers zelfs een deel van het voorschot terugbetalen.

De reden hiervoor is dat sommige werkgevers in de maand januari een extra looncomponent uitbetalen, zoals bijvoorbeeld een bonus of een afrekening van overuren gemaakt in (een deel van) het voorafgaande jaar. Dit leidt tot een hogere loonsom dan gebruikelijk. Het UWV houdt in de vergelijking echter alleen rekening met de uitbetaling van een eindejaarsuitkering, dertiende maand en/of reserveringen voor vakantiegeld. Andere variabele looncomponenten, zoals een bonus, vergoeding voor overuren, commissie, etc., worden door het UWV niet van de loonsom uitgezonderd.

Dit probleem is door Minister Koolmees al in een Kamerbrief van 22 maart jl. onderkend. Minister Koolmees informeert de Tweede Kamer in deze Kamerbrief dat hij het UWV heeft gevraagd om bij het bezwaar van een werkgever tegen de subsidievaststelling “nadrukkelijk in ogenschouw te nemen of incidentele beloningen in de referentiemaand mogelijk hebben geleid tot een niet representatieve loonsom”. Is dat het geval, dan dienen die incidentele beloningen in bezwaar alsnog buiten de loonsom gehouden te worden.

Nadat kamerlid Stoffer hier aanvullende vragen over heeft gesteld, heeft Minister Koolmees op 4 juni jl. verduidelijkt dat het UWV bij de initiële vaststelling van de subsidie geen rekening kan houden met de vraag of de loonsom van januari 2020 mogelijk hoger was door incidentele beloningen. Het systeem van het UWV is daar simpelweg niet op ingericht. Het UWV houdt er in bezwaar inmiddels wel rekening mee.

Dit betekent dat het voor werkgevers in sommige gevallen dus noodzakelijk is om in bezwaar te gaan om een vaststelling van de subsidie te krijgen die recht doet aan de situatie. Was uw loonsom in januari 2020 hoger dan de loonsom in maart, april en/of mei 2020 vanwege de uitkering van incidentele beloningen? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen om de mogelijkheden van een bezwaar tegen de subsidievaststelling te verkennen.

NIEUW: aanvullende aanpassingen aangekondigd bij definitieve vaststelling van de NOW-1 subsidie

In bepaalde gevallen moeten werkgevers bij de aanvraag van een definitieve vaststelling van de NOW-1 subsidie, een derden- of een accountantsverklaring overleggen.

Zie hier een overzicht welke verklaring wanneer vereist is:

Minister Koolmees heeft onlangs in een Kamerbrief aangekondigd dat zich bij de definitieve vaststelling van de subsidie een aantal problemen voordoet. Hierdoor zijn er enkele wijzigingen aangekondigd, die worden hierna toegelicht.

1) Er wordt een veertienwekentermijn toegevoegd aan de derden-/accountantsverklaring.

Werkgevers kunnen tot en met 31 oktober a.s. een vaststellingsaanvraag voor de NOW 1 indienen bij het UWV. Zoals gezegd moeten sommige werkgevers daarbij een derden- of accountantsverklaring aanleveren. Door drukte bij accountants erkent Minister Koolmees dat het lastig is om die verklaringen op tijd in te dienen. Daarom mogen werkgevers hun definitieve aanvraag indienen, vooralsnog zonder zo’n verklaring. Werkgevers krijgen dan nog tot 14 weken na de aanvraag de tijd om de verklaring (accountant/derden) over te leggen. Deze optie kan worden aangevinkt bij het aanvragen van de definitieve vaststelling. Alleen als de werkgever de aanvraag zelf op tijd doet, mag de aanvullende accountants/derdenverklaring later worden gedaan.

Let op: als de aanvraag ná 31 oktober a.s. wordt gedaan, dan is deze te laat en zal de subsidie op nihil worden gesteld.

2) Oplossen problemen accountants bij complexe concernstructuren.

Sommige accountants krijgen te maken met een complexe concernstructuur. Daarom wordt er een ‘inherente beperking’ bij de bepaling van de concernstructuur toegevoegd. Dit houdt in dat als het niet zeker is of het concern volledig is en dat de kosten erg hoog zullen oplopen als dat helemaal moet worden uitgezocht, accountants hun werkzaamheden mogen beperken. In dit geval moet wel een verplichte set aan werk zijn uitgevoerd door de accountant. Deze verplichte set wordt via de branchevereniging van de accountants gecommuniceerd, in samenspraak met het kabinet. Als een accountant de controle niet volledig kan uitvoeren, kan na het afronden van die nieuwe verplichte set een zogenaamde oordeelonthouding met inherente beperking worden afgegeven. Bij een ‘gewone’ oordeelonthouding van de accountant betekent dat de definitieve subsidie op nihil wordt vastgesteld. Met deze aangepaste oordeelonthouding met inherente beperking krijgt het concern in kwestie een korting van 10% op de totale NOW-subsidie.

3) Het controlerisico bij SV-loon in het buitenland wordt aangepast

Accountants moeten controleren of er SV-loon aanwezig is in het buitenland. Dit is een tijdrovende klus en leidt vaak tot de conclusie dat er geen SV-loon in het buitenland is. De minister schat daarom in dat er een laag risico is en daarom hoeven accountants dat voortaan minder diepgaand te onderzoeken. De vereisten voor dit minder diepgaande onderzoek worden door de branchevereniging voor accountants in samenspraak met de minister rechtstreeks aan accountants gecommuniceerd.

Bovengenoemde nieuwe regels voor de definitieve vaststelling van de NOW-subsidie zullen overigens voor alle NOW-regelingen gaan gelden.

Zie hieronder een overzicht met de deadlines voor de definitieve vaststellingsaanvragen van de verschillende NOW-tranches.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/09/07/accountants-en-ministerie-vinden-oplossing-vaststelling-now

Hylda Wiarda

Published On: 28 september 2021

Deel dit bericht

Stel direct een vraag