Insights
NOW 3.0 aangekondigd
Op 28 augustus jl. heeft het Ministerie voor Economische Zaken en Klimaat laten weten de NOW regeling per 1 oktober a.s. te verlengen met drie tijdvakken van drie maanden (NOW 3.0). Hieronder treft u een overzicht aan van de regelingen per tijdvak. Een uitleg daarbij vindt u onderaan het overzicht. De tekst van de kamerbrief vindt u hier. De exacte tekst van de regeling onder NOW 3.0 zal nog worden gepubliceerd door het ministerie.

De minimale omzetdaling in het eerste tijdvak blijft, zoals onder NOW 1.0 en NOW 2.0, minimaal 20%. In het tweede en derde tijdvak wordt de minimale omzetdaling 30%. Het eerste tijdvak loopt van 1 oktober 2020 tot 31 december 2020. Het tweede tijdvak zal lopen van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021. Het derde tijdvak zal lopen van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
Van het vergoedingspercentage van 90% in het eerste tijdvak wordt 10% ingezet om ruimte te creëren voor scholing en van-werk-naar-werk-trajecten. Het vergoedingspercentage dat rechtstreeks naar werkgevers gaat, wordt hierdoor 80%. Hiermee willen het kabinet en sociale partners zo veel mogelijk voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op de sociale zekerheid als het voor een bedrijf nodig blijkt om mensen te laten gaan. Het vinden van een andere baan gaat immers het makkelijkst als er nog een baan is. Het kabinet wil sociale partners daarbij faciliteren, onder andere door geld beschikbaar te stellen voor de overgang van werk naar werk.
Na afloop van het eerste tijdvak wordt het vergoedingspercentage stapsgewijs verlaagd: maximaal 70% in het tweede tijdvak en 60% in het derde tijdvak.
Net als onder NOW 1.0 en NOW 2.0 ontvangt de werkgever in eerste instantie een voorschot van het percentage, namelijk 80%. De resterende 20% ontvangt de werkgever past bij de vaststelling.
Onder NOW 3.0 mag de loonsom, in tegenstelling tot onder NOW 1.0 en 2.0, gedeeltelijk dalen zonder dat dit van negatieve invloed is op de subsidie. Dit wordt het vrijstellingspercentage genoemd. In het eerste tijdvak is dat 10%, in het tweede tijdvak 15% en in het derde tijdvak 20%. Werkgevers kunnen in overleg met werknemers bepalen hoe de loonsom daalt. Dit kan via natuurlijk verloop (bijvoorbeeld het niet verlengen van een tijdelijk contract), ontslag of een vrijwillig loonoffer (let op: op grond van de arbeidsrechtelijke regels kan niet zomaar eenzijdig worden gewijzigd!). De korting op de subsidie die gold ten aanzien van bedrijfseconomisch ontslag wordt ook losgelaten onder NOW 3.0.
Het maximaal te vergoeden loon per werknemer per maand in het eerste en tweede tijdvak blijft gelijk aan dat onder NOW 1.0 en 2.0: twee maal het maximum dagloon, wat neerkomt op EUR 9.538 bruto per maand. In het derde tijdvak wordt dat éénmaal het maximum dagloon.
De inspanningsverplichting gericht op scholing en het verbod op uitkeren van dividend en bonus, zoals deze gold onder NOW 2.0, blijft onder NOW 3.0 bestaan. In dit artikel wordt verder ingegaan op deze inspanningsverplichting. Ook de forfaitaire opslag van 40% blijft onder de NOW 3.0 bestaan.
Werkgevers kunnen telkens opnieuw beslissen of zij van NOW 3.0 gebruik willen maken en zo ja, over welk tijdvak. Het is niet vereist dat de werkgever ook van NOW 1.0 en/of 2.0 gebruik heeft gemaakt. De subsidie voor het eerste tijdvak onder NOW 3.0 kan per 16 november a.s. worden aangevraagd.
Zoals gezegd, zal de exacte tekst van de regeling onder NOW 3.0 nog worden gepubliceerd door het ministerie. Mogelijk brengt dit nog wijzigingen met zich mee ten opzichte van het bovenstaande. Zodra de definitieve tekst bekend is, informeren wij u verder.