Insights
Nevenwerkzaamheden tijdens arbeidsongeschiktheid: ontslag op staande voet gerechtvaardigd?
Als een werknemer arbeidsongeschikt is, hebben zowel de werkgever als werknemer verplichtingen. Zo moet de werkgever bijvoorbeeld bevorderen dat de werknemer passende arbeid kan verrichten binnen (of buiten) het bedrijf. Passende arbeid is arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer berekend is. Daar staat tegenover dat de werknemer de verplichting heeft om passende arbeid te verrichten als de werkgever hem in de gelegenheid stelt.
Doorgaans bouwt een werknemer het verrichten van (passende) werkzaamheden op, gebaseerd op het advies van de bedrijfsarts inzake het herstel en de belastbaarheid van werknemer. Werknemer begint met enkele uren werken per week en werkt toe naar volledige re-integratie.
In de praktijk is aan de orde dat een werknemer naast de passende werkzaamheden bij zijn werkgever, werkzaamheden voor een ander bedrijf verricht. Hoe verhoudt dit zich tot de belastbaarheid van werknemer en de re-integratie bij zijn werkgever? En wat kan de werkgever doen als de werkgever constateert dat werknemer, zonder dit te hebben gemeld aan de werkgever of de bedrijfsarts, naast de passende werkzaamheden, werkzaamheden voor een andere werkgever verricht?
In een recente zaak bij de Rechtbank Rotterdam stonden deze vragen centraal.
Rechtbank Rotterdam, 3 februari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:1192
Feiten
In deze zaak ging het om een zorgmedewerkster. Werkneemster was als gevolg van een verkeersongeval sinds 16 maart 2020 ziek. In september 2020 werd gestart met de re-integratie. De werkzaamheden werden in november 2020 opgebouwd tot 4 x 6 uur per week. In februari 2021 was afgeschaald naar 4 x 4 uur per week, vanwege de toename van de beperkingen. Uit het spreekuuradvies van de bedrijfsarts blijkt dat dit op dat moment haar maximale belastbaarheid was.
In april 2021 verzocht werkgever aan werkneemster om een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Werkneemster leverde een VOG in, gedateerd op 23 oktober 2020. In de VOG stond een andere werkgever vermeld. Naar aanleiding hiervan heeft werkgever werkneemster geschorst. Na nader onderzoek werd werkneemster in april 2021 op staande voet ontslagen. Uit de ontslagbrief volgt dat werkneemster tijdens haar arbeidsovereenkomst met werkgever en tijdens haar arbeidsongeschiktheid, zonder werkgever dan wel de bedrijfsarts daarvan op de hoogte te stellen, bij een andere zorgorganisatie werkzaamheden heeft verricht.
Werkneemster verzocht de rechter het ontslag op staande voet te vernietigen, omdat geen sprake zou zijn van een dringende reden.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter kwam tot het oordeel dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven. Werkneemster erkende dat zij tijdens haar arbeidsongeschiktheid werkzaamheden had verricht bij een andere zorgorganisatie. De kantonrechter overwoog dat het uit hoofde van goed werknemerschap op de weg van werkneemster had gelegen om haar werkgever en de bedrijfsarts daarover vooraf te informeren. In dat geval had de bedrijfsarts een juist beeld kunnen vormen omtrent de belastbaarheid van werkneemster. Dat werkneemster de nevenwerkzaamheden had moeten melden geldt des te meer, nu werkneemster fysiek op locatie werk verrichte voor het andere bedrijf, terwijl zij in die periode voor haar werkgever slechts op re-integratiebasis administratieve werkzaamheden verrichte vanuit huis. Zij verrichte dus voor het andere bedrijf dezelfde werkzaamheden als die zij oorspronkelijk bij haar werkgever verrichte, maar vanwege haar medische beperkingen in die periode bij haar werkgever niet mocht uitoefenen. Door haar werkgever en de bedrijfsarts niet op de hoogte te stellen van de nevenwerkzaamheden, heeft werkneemster hen essentiële informatie onthouden en een onjuiste voorstelling van zaken gegeven, hetgeen de kantonrechter werkneemster zwaar aanrekende. Daar kwam volgens de kantonrechter nog bij dat de CAO GGZ die op werkneemster van toepassing was, uitdrukkelijk verbiedt dat werkneemster nevenwerkzaamheden verricht die redelijkerwijs niet verenigd kunnen worden met haar functie of met de belangen van de instelling. Naar het oordeel van de kantonrechter waren de nevenwerkzaamheden onverenigbaar met haar functie, omdat deze werkzaamheden zouden kunnen lijden tot een werkweek van in totaal 64 uur, hetgeen met het oog op de gezondheid van werkneemster en het daarmee samenhangende belang van werkgever niet als een reële werkweek kan worden aangemerkt.
Wat betekent dit voor u als werkgever?
Op grond van goed werknemerschap ligt het in de rede dat een werknemer het meldt aan de bedrijfsarts en de werkgever indien hij tijdens arbeidsongeschiktheid nevenwerkzaamheden wil gaan verrichten. Dit, onder andere met het oog op het bepalen van de belastbaarheid van werknemer. Indien een werknemer toch zonder dit vooraf te melden gedurende arbeidsongeschiktheid nevenwerkzaamheden verricht, kan dit reden zijn voor een ontslag op staande voet.
Heeft u vragen over dit artikel? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.