Insights
Het steun- en herstelpakket van het kabinet – nieuwe ontwikkelingen
Naar aanleiding van de verlengde lockdown en de ingevoerde avondklok heeft het kabinet op 21 januari jl. bekend gemaakt dat het steun- en herstelpakket voor banen en economie (opnieuw) zal worden uitgebreid. In dit artikel geven wij u een overzicht van de meest relevante maatregelen en actuele wijzigingen ten opzichte van voorheen.
- Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
- Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
- Voorraad subsidie gesloten detailhandel
- Reiskostenvergoeding
- Werkkostenregeling
- Starters
- Uitstel betaling belastingschulden
- Gebruikelijk loon directeuren-grootaandeelhouders
- Urencriterium
- Overige fiscale maatregelen
- Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)
- Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Tonk)
- Aanvullende steun per sector
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
Het kabinet verhoogt de vergoedingspercentages van de NOW-3 subsidie in de tweede en de derde tranche van 80% naar 85%. Vanaf 15 februari kan de NOW-subsidie voor de maanden januari, februari en maart 2021 worden aangevraagd. De eerder aangekondigde versobering van de NOW-regeling voor de derde tranche wordt losgelaten. Zie ter verduidelijking onderstaand schema (dikgedrukt de aanpassingen):
NOW 3 | |||
Eerste tijdvak | Tweede tijdvak | Derde tijdvak | |
Tijdvakken | Oktober t/m december 2020 | Januari t/m maart 2021 | April t/m juni 2021 |
Vergoedingspercentage | 80% | 85% | 85% |
Loonsom vrijstelling | 10% | 10% | 10% |
Minimaal omzetverlies | 20% | 20% | 20% |
Fortaitaire opslag | 40% | 40% | 40% |
Maximale vergoeding loon | 2x dagloon | 2x dagloon | 2x dagloon |
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
De subsidiepercentages van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) zullen worden verhoogd. Deze aanpassingen gelden zowel tijdens het eerste als het tweede kwartaal van 2021. Door deze verhoging ontvangen ondernemers wiens omzet meer dan 30% is teruggevallen een tegemoetkoming van 85% van de vaste lasten. De referentieperiode voor de omzet zal 2019 zijn. Het kabinet geeft hiervoor als reden dat ondernemers hun omzet al vroeg in 2020 hebben zien dalen als gevolg van de coronacrisis. Ook wordt de TVL vanaf het eerste kwartaal opengesteld voor bedrijven met meer dan 250 werknemers. Voorheen kwamen alleen ondernemingen met minder dan 250 werknemers in aanmerking. Het maximale subsidiebedrag wordt verhoogd naar € 330.000,-. Het kabinet verkent momenteel de mogelijkheden om de minimumdrempel van de vaste lasten van € 3.000,- te verlagen, omdat sommige kleine ondernemers niet in aanmerking komen voor de TVL wegens te lage vaste lasten. In de Kamerbrief laat het kabinet met behulp van rekenvoorbeelden zien welke invloed de verhoging van de subsidiepercentages heeft op de hoogte van de subsidies.
Zie hieronder ter verduidelijking een overzicht (dikgedrukt de aanpassingen):
Tijdvakken | Juni t/m september 2020 | Oktober t/m december 2020 | Januari t/m maart 2021 | April t/m juni 2021 |
Afbakening sectoren | Ja | Nee | Nee | Nee |
Minimaal omzetverlies | 30% | 30% | 30% | 30% |
Subsidiepercentage | 50% | 50-70% | 85% | 85% |
Maximum bedrag | € 50.000,- | € 90.000,- | €330.000,- | €330.000,- |
Minimum vaste lasten (per kwartaal) | € 4.000,- | € 3.000,- | € 3.000,- | € 3.000,- |
Maximum aantal werknemers | 250 | 250 | Geen | Geen |
Minimum subsidie | € 750,- | € 750,- | € 1.500,- | € 1.500,- |
Voorraad subsidie gesloten detailhandel
Door de verplichte sluiting van een groot deel van de detailhandel in december 2020, welke nog steeds voortduurt, heeft het kabinet besloten om de voorraadsubsidie voor de gesloten detailhandel te verlengen. De subsidie zal neerkomen op een opslag van 21% op het vaste lastenpercentage van de TVL (voorheen bedroeg dit 5,6%). Let wel: deze verruiming geldt alleen tijdens het eerste kwartaal van 2021. Er hoeft voor deze subsidie geen aparte aanvraag te worden ingediend. Deze wordt automatisch meegenomen bij de aanvraag van de TVL. Deze opslag kent een aparte maximumvergoeding van € 200.000,- welke buiten het bovengenoemde maximum van de TVL valt.
Reiskostenvergoeding
Zoals aangekondigd zou het kabinet voor 1 februari a.s. beslissen hoe lang de vaste reiskostenvergoeding door de werkgever nog onbelast vergoed kan worden. Werkgevers kunnen deze tot 1 april 2021 onbelast vergoeden aan hun werknemers. Voorwaarde hierbij is dat het vaste vergoedingen zijn die al voor 13 maart 2020 door de werkgever aan zijn werknemers werden toegekend.
Werkkostenregeling
De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt verruimd. Deze verruiming gold al in 2020, maar deze wordt nu verlengd voor 2021. Dit houdt in dat de vrije ruimte in plaats van 1,7% nu tijdelijk verhoogd wordt naar 3% voor de eerste € 400.000,- van de loonsom. Ook onderzoekt het kabinet momenteel in samenspraak met sociale partners de mogelijkheden van een aanvullende regeling waar ook andere thuiswerkkosten – die momenteel niet binnen de werkkostenregeling vallen – onbelast kunnen worden vergoed.
Starters
Het kabinet kondigt tevens maatregelen aan voor starters. Starters kunnen kredietleningen aanvragen, omdat zij doorgaans niet of nauwelijks in aanmerking komen voor bovengenoemde maatregelen van de overheid wegens het ontbreken van de referentieomzet in 2019. De leningen zijn renteloos en hebben coulante terugbetaaltermijnen. Deze zogenaamde Corona-overbruggingskredieten zijn vanaf het tweede kwartaal van 2021 beschikbaar. De voorwaarden van deze kredieten hangen af van het moment sinds wanneer ondernemers hun onderneming zijn gestart.
Ook komt er voor starters een aparte subsidieregeling, die zoveel mogelijk is gebaseerd op de TVL. Deze zal gelden voor starters die gestart zijn tussen 1 januari en 30 juni 2020. De referentieomzet zal het derde kwartaal van 2020 zijn. De precieze parameters van deze regeling zullen nader worden vastgesteld. Dit starters loket hoopt het kabinet rond april/mei van dit jaar te openen.
Uitstel betaling belastingschulden
Oorspronkelijk hadden ondernemers uitstel van betaling van belasting tot 1 april 2021. Het kabinet heeft dit uitstel verlengd tot 1 juli 2021. Dit betekent dat ondernemers tot uiterlijk 1 juli 2021 uitstel van betaling kunnen aanvragen.
- Voor ondernemers die al eerder een aanvraag voor drie maanden hadden ingediend, betekent dit dat zij alsnog om een verlenging van het uitstel tot 1 juli 2021 kunnen vragen. Het is belangrijk dat ondernemers die na deze drie maanden uitstel niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, zelf om verlenging vragen. Anders lopen zij het risico om uitgesloten te worden voor de betalingsregeling waarin zij hun schuld in 36 maanden kunnen aflossen;
- Voor ondernemers die dit jaar reeds verlenging hadden gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 juli 2021;
- Voor ondernemers die na 1 april 2021 voor het eerst een aanvraag doen, betekent het dat zij tot 1 juli 2021 hun nieuw opkomende betalingsverplichtingen niet hoeven te voldoen;
- Ondernemers moeten starten met terugbetaling van hun opgebouwde schuld vanaf 1 oktober 2021.
Gebruikelijk loon directeuren-grootaandeelhouders
Aanmerkelijkbelanghouders (hierna: ab-houders) ondernemen via een vennootschap waarvoor zij vaak zelf ook arbeid verrichten. Normaliter moeten zij ten minste belasting betalen over een wettelijk vastgestelde passende arbeidsbeloning: het gebruikelijk loon. Het kabinet heeft toegestaan voor het jaar 2020 dat ab-houders, die kampen met een omzetdaling, hun belasting over het gebruikelijk loon evenredig mogen verlagen met de omzetdaling. Hierbij werden de eerste vier maanden van 2020 vergeleken met de eerste vier maanden van 2019. Ook in het jaar 2021 mogen ab-houders uitgaan van een lager gebruikelijk loon. Ten opzichte van de maatregel in 2020 wordt de maatregel in 2021 op twee punten aangepast:
- In de maatregel voor 2021 zal de omzet over het hele jaar 2021 worden vergeleken met de omzet over het hele jaar 2019;
- Er wordt een toegangsdrempel ingevoerd voor een minimum omzetverlies. De regeling van 2021 staat open voor vennootschappen die in 2021 ten opzichte van 2019 ten minste 30% omzetverlies hebben geleden.
Urencriterium
Ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op verschillende ondernemersfaciliteiten. Eén van deze faciliteiten is de zelfstandigenaftrek, waar uitsluitend aanspraak op kan worden gemaakt als aan het urencriterium wordt voldaan (minimaal 1.225 uren per kalenderjaar). Het kabinet vindt het onrechtvaardig en onwenselijk als ondernemers door corona geen aanspraak meer kunnen maken op deze ondernemersfaciliteiten omdat zij het urencriterium niet halen. Daarom introduceert het kabinet een versoepeling:
- In de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 worden ondernemers geacht minimaal 24 uur per week aan hun onderneming te hebben besteed (en ten minste 16 uur per week voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid)
- Voor seizoensgebonden ondernemers geldt dat zij in deze periode het aantal uren moeten hebben besteed aan hun onderneming zoals zij dat ook in andere jaren plegen te doen. Kortom: de ondernemer moet bekijken hoeveel uren hij heeft besteed aan de onderneming tussen 1 januari tot en met 30 juni 2019 en zo beoordelen of hij in 2021 aan het criterium voldoet.
Overige fiscale maatregelen
De volgende fiscale maatregelen worden verlengd tot en met 30 juni 2021:
- Uitstel administratieve verplichtingen rondom loonheffing;
- Akkoord met Duitsland & België over de belastingheffing van grenswerkers;
- Vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
- Het btw-nultarief op mondkapjes;
- Het btw-nultarief op uitleen van zorgpersoneel;
- Het btw-nultarief op COVID-19-vaccins en testkits;
- Het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek voor huizenbezitters als zij van hun hypotheekverstrekker een hypotheek-betaalpauze krijgen;
- Het tijdelijk verlaagd btw-tarief op sportlessen die sportscholen online aanbieden loopt door totdat de verplichte sluiting van sportscholen wordt opgeheven.
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)
Tijdens Tozo 1 en Tozo 2 konden ondernemers de Tozo-uitkering aanvragen met terugwerkende kracht over de volledige looptijd van de regeling. In Tozo 3 is de terugwerkende kracht van de regeling beperkt. De Tozo 3-uitkering kan worden aangevraagd vanaf 1 februari 2021 met terugwerkende kracht vanaf de voorafgaande maand. Op 1 februari 2021 kan een ondernemer de Tozo-uitkering dus aanvragen vanaf 1 januari 2021. Ook in de Tozo 4 die op 1 april 2021 ingaat, wordt deze mogelijkheid van terugwerkende kracht opgenomen ten aanzien van Tozo 4 uitkeringen.
Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Tonk)
Zoals eerder aangekondigd doet het kabinet een handreiking naar alle mensen die tussen wal en schip vallen (bijvoorbeeld zelfstandigen of flexwerkers) en die dus niet geholpen worden door het bestaande steunpakket van de overheid. Het kabinet zal daarom via gemeenten extra hulp gaan bieden door tijdelijke ondersteuning van noodzakelijke kosten als deze door inkomensterugval niet meer betaald kunnen worden. De Tonk gaat met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. De gemeenten kunnen naar eigen inzicht afwijken binnen hun decentrale beleidsvrijheid. De focus van deze regeling ligt op woonkosten en de middelen worden in twee tranches via het gemeentefonds beschikbaar gesteld. Binnenkort wordt meer bekendgemaakt over de precieze inhoud van de Tonk. Lees hier meer over op p. 18 van de Kamerbrief.
Aanvullende steun per sector
Het kabinet stelt, naast de bovengenoemde steunmaatregelen nog meer subsidie ter beschikking per sector. De volgende sectoren kunnen volgens het kabinet rekenen op meer steun:
- Land- en tuinbouw
- Evenementenbranche
- Herkapitalisatie van (middel)grote bedrijven
- Sport
- Medeoverheden
- Cultuur en media
- Onderwijs
- Automotive, luchtvaart- en maritieme industrie.
Voor een sectorspecifieke toelichting van het kabinet verwijzen wij naar de Kamerbrief.
Heeft u vragen over het steunpakket van het kabinet? Wij helpen u graag!