Insights
Breaking news: details NOW bekendgemaakt
Op 31 maart jl. is de NOW gepubliceerd. Deze subsidieregeling maakt deel uit van het pakket noodmaatregelen dat de overheid ontwierp voor bedrijven die geconfronteerd worden met een grote terugval in omzet als gevolg van de uitbraak van COVID-19. Het doel van de NOW is om het werkgevers mogelijk te maken hun werknemers zoveel mogelijk in dienst te houden.
Of en tot welke hoogte een werkgever aanspraak kan maken op subsidie op grond van de NOW, wordt bepaald aan de hand van het te verwachten omzetverlies en de loonsom. Na een goedgekeurde aanvraag ontvangt de werkgever een voorschot in drie termijnen. Na afloop van de subsidieregeling vindt een definitieve vaststelling plaats.
In deze update worden de regels van de NOW samengevat. Achtereenvolgens zal worden ingegaan op:
- 1. Het vaststellen van het omzetverlies
- 2. Het vaststellen van de loonsom
- 3. De omvang van de subsidie
- 4. Overige voorwaarden van de NOW
- 5. Het indienen van de aanvraag
- 6. Definitieve vaststelling van de subsidie
- 7. Wijzigingen van de NOW
1. Het vaststellen van het omzetverlies
Werkgevers kunnen aanspraak maken op de NOW indien sprake is van een omzetverlies van ten minste 20% over een periode van drie maanden. Deze periode van drie kalendermaanden moet als startpunt 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 hebben. De werkgever heeft hier dus een keuzemogelijkheid.
De verwachte omzet over deze periode wordt vergeleken met de omzet over januari tot en met december 2019, gedeeld door vier (de ‘referentie-omzet’). Is sprake van een verschil van ten minste 20%, dan voldoet de werkgever aan de vereiste verwachte omzetdaling. Een toetsing of de verwachte omzetdaling een rechtstreeks gevolg is van de coronacrisis vindt niet plaats, wel bevat de NOW regeling op meerdere plaatsen een moreel appèl aan werkgevers, om de regeling enkel aan te wenden voor het doel waarvoor zij in het leven is geroepen.
Het percentage van de te verwachten omzetdaling is dus:
Te verwachten omzet over periode van drie maanden / (omzet over 2019/4) x 100
Indien de werkgever onderdeel uitmaakt van een concern, moet wel per loonheffingsnummer een aanvraag worden gedaan, maar moet de verwachte omzetdaling concernbreed worden vastgesteld. In dat geval moet er dus over het gehele concern een verwachte omzetdaling van ten minste 20% zijn, en niet alleen in één bepaald onderdeel. Er moet worden uitgegaan van het concern zoals deze op 1 maart 2020 bestond. Als de werkgever onderdeel uitmaakt van een internationale groep, moet voor de verwachte omzetdaling worden gekeken naar de Nederlandse onderdelen van de groep en de buitenlandse onderdelen die SV-loon betalen in Nederland.
2. Het vaststellen van de loonsom
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom. De loonsom is het loon van alle werknemers waarover de premies werknemersverzekeringen worden afgedragen, oftewel het SV-loon. Voor het berekenen van de subsidie tellen lonen mee tot een maximum van tweemaal het maximum SV-dagloon, oftewel EUR 9.538 per werknemer. Loon boven dit bedrag komt dus niet voor subsidie in aanmerking. Uitkeringen die het UWV aan de werkgever heeft gedaan, bijvoorbeeld een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg voor een werkneemster die met zwangerschapsverlof is, moeten op de loonsom in mindering worden gebracht.
Ook aanvullende werkgeverslasten komen voor subsidie in aanmerking. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan werkgeverspremies, de bijdrage aan het pensioen en de opbouw van vakantiebijslag. Vanuit het oogpunt van eenvoud is ervoor gekozen te werken met een gefixeerde opslag van 30% op het SV-loon voor alle gevallen.
3. De omvang van de subsidie
Voor de berekening van de subsidie wordt uitgegaan van de SV- loonsom over januari 2020, zoals uit de loonaangifte bij het UWV bekend is. Zijn die gegevens niet beschikbaar, dan wordt gekeken naar november 2019. Als ook deze gegevens niet bekend zijn, dan kan geen subsidie worden aangevraagd.
De omvang van de subsidie is vervolgens afhankelijk van het omzetverlies. Bij 100% omzetverlies is de subsidie 90% van de loonsom. Is het omzetverlies 50%, dan is de subsidie 45% van de loonsom. Bij een verlies van 25% is de subsidie 22,5%.
De hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend:
Percentage verwacht omzetverlies x loonsom januari 2020 (minus uitkeringen door UWV) x 3 x 1,3 x 0,9
Als de aanvraag wordt goedgekeurd, zal het UWV een voorschot uitkeren van 80% van de subsidie.
Het voorschot zal worden uitbetaald in drie termijnen. Het UWV streeft ernaar de eerste termijn uit te betalen binnen 2-4 weken na het indienen van de aanvraag.
4. De overige voorwaarden van de NOW
Er geldt een aantal nadere verplichtingen voor de werkgever die aanspraak maakt op de NOW, zoals:
A. De werkgever dient de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Hiermee beoogt de wetgever ervoor te zorgen dat de salarissen van flexibele werknemers doorbetaald worden (voor dezelfde urenomvang).
B. De werkgever dient geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen in te dienen bij het UWV gedurende de subsidieperiode. Doet de werkgever dit toch, dan wordt de loonsom in de definitieve vaststelling verminderd met het loon van de betreffende werknemer maal anderhalf. Ontslagen die niet-bedrijfseconomisch van aard zijn worden niet op deze manier bestraft, maar kunnen wel van invloed zijn op de loonsom. Het ontslagverbod geldt niet voor aanvragen die zijn ingediend in de periode van 1 maart tot en met 17 maart 2020, omdat de NOW toen nog niet was aangekondigd. Aanvragen ingediend na 17 maart jl. kunnen nog tot 5 dagen na publicatie van de NOW-regeling worden ingetrokken. De regeling is op 1 april gepubliceerd in de Staatscourant. Werkgevers die gebruik willen maken van de NOW kunnen ontslagaanvragen derhalve uiterlijk tot 6 april a.s. intrekken.
C. De werkgever is verplicht de subsidie te gebruiken voor het vergoeden van loonkosten, niet voor andere doeleinden.
D. De werkgever is verplicht de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging te informeren over de subsidieverlening. Als er geen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging is, dient de werkgever de werknemers te informeren over de subsidieverlening.
E. De werkgever moet een zorgvuldige administratie bijhouden van de gegevens die van belang zijn voor de subsidie. Desgewenst dient te werkgever inzicht te kunnen verlenen in deze administratie.
F. De werkgever dient bij indiening van de definitieve opgave van de omzetdaling een accountantsverklaring te verstrekken.
5. Het indienen van de aanvraag
Indienen van de aanvraag dient te geschieden via de website van het UWV, per loonheffingennummer. Het is vanaf 6 april jl. mogelijk om een aanvraag in te dienen. Lees hier meer over de vereisten van de aanvraag en de verdere procedure bij het UWV.
6. Definitieve vaststelling van de subsidie
Binnen 24 weken na afloop van de subsidieperiode moet de werkgever een aanvraag doen voor de vaststelling van de subsidie. Daarvoor is in principe een accountantsverklaring nodig. Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag zal het UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de definitieve berekening wordt een vergelijking gemaakt met de loonsom over januari 2020 (op basis waarvan het voorschot is vastgesteld) en de loonsom over maart tot en met mei 2020. Mogelijke verschillen worden verrekend; na de definitieve vaststelling kan dus nabetaling of terugvordering plaatsvinden. Indien de gemiddelde loonsom over de subsidieperiode achteraf hoger blijkt te zijn dan de loonsom over januari 2020, vindt op die grond geen verhoging van de subsidie plaats.
7. Wijziging van de NOW regeling
Op 6 april is ook een wijziging van de NOW gepubliceerd. In de wijzigingsregeling worden enkele bepalingen van de NOW aangescherpt of gewijzigd. Zo wordt er een regeling getroffen voor werkgevers met een buitenlands rekeningnummer. Om administratieve redenen kan het UWV geen aanvragen behandelen van werkgevers met een buitenlands rekeningnummer. Zulke werkgevers krijgen daarom een termijn van vier weken om een vervangend Nederlands rekeningnummer door te geven.
Ontslagaanvragen
Met betrekking tot ontslagaanvragen wegens een bedrijfseconomische reden zijn twee opmerkingen te maken. Allereerst is de formule aangescherpt voor het berekenen van de boete die een werkgever krijgt als de werkgever naast de NOW ook een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient. De oude formule werkte niet naar behoren, dus dit is aangepast.
Een andere belangrijke wijziging ten aanzien van ontslagaanvragen is dat werkgevers die ervoor kiezen geen gebruik te maken van de NOW en in plaats daarvan een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indienen, bij die ontslagaanvraag zullen moeten toelichten waarom geen gebruik wordt gemaakt van de NOW om ontslagen te voorkomen. Deze toets geldt voor ontslagaanvragen die zijn ingediend op of na 2 april, de datum waarop de NOW is bekendgemaakt.
Hierbij is wel vermeld dat werkgevers uiteraard de ruimte hebben om een dergelijke beslissing te nemen. De toetsing door het UWV zal dus terughoudend zijn. Desalniettemin zullen werkgevers wel een duidelijk verhaal moeten hebben waarom gekozen wordt voor ontslag in tegenstelling tot het aanvragen van een subsidie voor de loonkosten.
Beslistermijn
Tot slot is in de wijzigingsregeling bepaald dat de beslistermijn van het UWV ten aanzien van de definitieve vaststelling van de subsidie wordt verlengd van 22 naar 52 weken. Werkgevers zijn verplicht om binnen 24 weken na afloop van de periode van drie maanden waarin het omzetverlies wordt vastgesteld om vaststelling van de subsidie te vragen. Het UWV had voor de vaststelling van de subsidie vervolgens een termijn van 22 weken. Deze termijn is dus verlengd naar 52 weken.
Als een werkgever heeft gekozen om de periode van drie maanden voor het berekenen van het omzetverlies te laten starten op 1 mei 2020, zal de periode van drie maanden eindigen op 31 juli 2020. De werkgever moet in dat geval uiterlijk op 31 december 2020 het UWV verzoeken om vaststelling van de subsidie. Het UWV heeft dan tot uiterlijk 31 december 2021 de tijd om het vaststellingsbesluit te nemen.
Met deze wijziging kan het dus tot anderhalf jaar duren voordat werkgevers duidelijkheid hebben over de daadwerkelijke hoogte van de subsidie.